Rond 1659 vond de beroemde wetenschapper Christiaan Huygens (1629-1695) de Toverlantaarn uit. Je zou het de voorloper van de diaprojector of de beamer kunnen noemen. Door de toverlantaarn konden mensen plaatjes projecteren op een muur en elkaar verhalen vertellen. De plaatjes van toen zijn vandaag de dag nog steeds heel inspirerend.
Christiaan Huygens en de toverlantaarn
Eén van de meest beroemde en belangrijke Nederlandse wetenschappers is zonder meer Christiaan Huygens uit de 17de eeuw geweest. Als kind al was hij nieuwsgierig naar hoe de wereld in elkaar zat. Hij was buitengewoon slim en schreef brieven met andere bekende wetenschappers, zoals Isaac Newton (1643-1727) uit Engeland. Christiaan wist heel veel van wis-, natuur- en sterrenkunde. Hij sleep zelf lenzen en keek er door naar de sterren. Zo ontdekte hij als eerste de ringen van Saturnus. Maar ook vond hij het slingeruurwerk uit, waardoor de klokken veel nauwkeuriger werden. En hij vond de Toverlantaarn uit. Maar daar was hij bepaald niet trots op. Hij schaamde zich er zelfs een beetje voor. Zijn vader Constantijn (1596-1687), ook een zeer getalenteerd mens die o.a. werkte voor stadhouder Frederik Hendrik, vond het juist wel een goede uitvinding, omdat het mensen kon vermaken en het dus garant stond voor gezelligheid.

Wat is een toverlantaarn?
Een toverlantaarn – of Laterna Magica in het latijn – is een projector. Achterin kon een kaars gezet worden (later elektrische lampen). Een bolle spiegel zorgde ervoor dat het licht gelijkmatig werd verdeeld en dan kon er een glazen plaatje met voorstellingen in de toverlantaarn worden geschoven. Met behulp van lenzen werd de afbeelding uitvergroot en zo kon het dan op een platte achtergrond zoals een muur of een laken worden geprojecteerd. Het is de voorloper van de diaprojector en vergelijkbaar met de beamer, alhoewel die laatste digitaal wordt aangestuurd.

Het Huygensmuseum in Voorburg
Vandaag was ik in het Huygensmuseum in Voorburg. Dat bevindt zich in de kleine buitenplaats Hofwijck die Constantijn Huygens in 1641 liet bouwen om een plek te hebben waar hij zich met zijn vijf kinderen kon terugtrekken van het drukke leven aan het Haagse hof. Christiaan kreeg daar alle ruimte om zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid in de praktijk te brengen. Hij kwam er graag en vaak en na de dood van zijn vader ging hij er zelfs wonen. Hij schreef er belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen op en keek met zijn telescopen door de ramen naar de sterren.

Toverlantaarnplaatjes
Rond de Kerstdagen organiseert het museum speciale tentoonstellingen die iets met de feestdagen te maken hebben. Dit jaar zijn dat plaatjes die door de eeuwen zijn gemaakt voor toverlantaarns. De afbeeldingen werden geschilderd op glasplaatjes met speciale, transparante verf. De plaatjes zijn klein, zo’n vijf-tien centimeter in doorsnede. Maar vergis je niet, je kunt aardig wat kwijt op een een paar vierkante centimeters. Vaak ook zijn het serie plaatjes die achter elkaar getoond konden worden. Met muziek en verhalen ontstonden zo vast mooie avonden. Hoe dan ook, ik vond de plaatjes buitengewoon inspirerend en besloot spontaan om ze meteen maar eens te delen met de rest van de wereld. Oftwel, geniet van deze mooie plaatjes uit de collectie van Gwen Sebus. Tot en met 10 januari 2016 is de tentoonstelling nog te zien in Hofwijck. Op deze site kun je trouwens nog veel meer informatie vinden over de toverlantaarn.






De foto’s van de lantaarnplaatjes zijn – tenzij anders vermeld – door mij gemaakt met mijn smartphone.